Eet jezelf gezond
Gezond eten is goed voor lijf en leden – dat weten we inmiddels wel. Maar wat is ook weer echt gezonde voeding? Even terug naar de basis: een overzicht.
De relatie tussen je gezondheid en eetpatroon is overduidelijk. Door gezond te eten, verklein je het risico op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker. Volgens de orthomoleculaire geneeskunde kun je zelfs bepaalde aandoeningen verhelpen, als je je eetpatroon aanpast. Een orthomoleculaire arts of therapeut is gespecialiseerd in voeding in samenhang met lichamelijke en vaak ook emotionele klachten. Met de juiste voeding en eventueel voedingssupplementen is het mogelijk om klachten te verhelpen. Soms verdwijnen lichamelijk klachten zelfs: een aandoening als Diabetes Mellitus type 2 is vaak goed te verhelpen door je eetpatroon aan te passen. Je kunt jezelf dus gezond eten – letterlijk.
Eet onbewerkt voedsel
Van veel voeding weten we al dat het gezond is, zoals fruit en groente. Maar wat is nog meer gezond, en hoe weet je nu of je er voldoende van binnen krijgt? Gezonde voedingsstoffen vind je voornamelijk in onbewerkt voedsel: in verse producten – dus niet in pakjes, zakjes en voorverpakte soepen en sauzen.
De Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) is 250 gram groente en 250 gram fruit, maar vanuit orthomoleculair oogpunt is dat te laag. Aangeraden wordt om dagelijks 300 gram groente en 300 gram fruit te eten. Dit beveelt ook het World Cancer Research Fund aan.
Behalve groente en fruit heb je ook macronutriënten (koolhydraten, eiwitten en vetten) nodig, en micronutriënten (vitaminen, mineralen).
Goede en slechte suikers
Koolhydraten heb je nodig voor energie. In feite zijn koolhydraten niets anders dan suikers. Binnen de suikers maak je onderscheid tussen ‘slechte’ suikers met een hoge glycemische Index (GI), en ‘goede’ suikers met een lage glycemische Index. Suikers met een hoge GI verhogen snel je bloedsuikerspiegel. Voel je je een beetje flauw tijdens het golfen, dan helpt het als je bijvoorbeeld een chocoladereep of koekje eet. Dat zijn snelle energiebronnen.
Het nadeel hiervan is dat je bloedsuiker plotseling stijgt, en daarmee wordt je alvleesklier flink belast. Je alvleesklier moet dan namelijk veel insuline maken, zodat je bloedsuikerniveau weer op een normaal niveau terugkomt.
Beter geen chocola en koek
Daarom is het beter om – tijdens het golfen, maar ook als je niet golft – iets te eten met een lage glycemische Index.
Eet je producten met een lage GI, dan beleeft je bloedsuiker namelijk geen pieken en dalen en blijft het op een stabiel niveau.
Bovendien verzadigen voedingsmiddelen met een lage glycemische Index meer. Laat dus de chocoladerepen en koekjes liggen en kies voor volkoren producten, fruit of noten.
Vettenkunnen ook gezond zijn
Vetten heb je nodig voor energie en verzadiging. Ze zijn een smeermiddel in gewrichten, helpen bij opname van vetoplosbare vitaminen A, D, E, en K en vormen bouwstenen voor de aanmaak van hormonen. Gezonde vetten bieden bescherming tegen ontstekingen en hart- en vaatziekten, en spelen ook een belangrijke rol bij de opbouw van goede cellen. Gezonde vetten kun je halen uit onder andere avocado, ongebrande en ongezouten noten, stukjes kokos, olijfolie, vette vis of visolie. Voor verhitting kun je het beste kokosvet, roomboter, geklaarde boter of ghee gebruiken omdat die niet van structuur veranderen bij verhitting. Vermijd transvetzuren. Dat zijn vetten die de voedingsindustrie gebruikt voor bereiding van onder andere koek, gebak, margarine en chips, omdat ze goedkoper zijn dan boter.
Eiwittenzijn bouwstenen
Eiwitten heb je nodig omdat het bouwstenen zijn van weefsels zoals spieren, beenderen, bindweefsel en organen. Eiwit haal je voornamelijk uit wild vlees en gevogelte, wilde vis en eieren. Een ei van een vrije uitloop kip heeft meer voedingswaarde dan een scharrelei, omdat de kip naast het onbespoten voer ook ander voeding zoals kleine insecten etc. meepikt en minder antibiotica of hormonen toegediend krijgt. En dat krijg jij dan ook niet binnen.
Vitaminen en mineralen beschermen
Vitaminen versnellen tal van scheikundige reacties in je lichaam, beschermen tegen verzuring en tegen aanvallen van schadelijke vrije radicalen. Vitaminen haal je vooral uit groente en fruit. Vitamine B en C zijn in water oplosbaar en kan het lichaam niet of nauwelijks opslaan. Een teveel van deze vitaminen scheidt je via urine uit. De overige vitaminen A, D, E, en K zijn in vet oplosbaar. Deze blijven iets langer in het lichaam. Vitamine B12 blijft als enig wateroplosbaar vitamine enige jaren in het lichaam, maar dat is een uitzondering. Het lichaam maakt zelf vitamine K aan in de darmen en, onder invloed van zonlicht, vitamine D in de huid.
Net als vitaminen heb je ook mineralen nodig – denk aan ijzer of zink, of calcium, magnesium, natrium en kalium. Die zijn vooral belangrijk voor de zenuwcellen of fungeren als bouwstoffen voor het lichaamsbot. Mineralen zitten in de aarde. Planten (groente en fruit) nemen deze op waardoor je ze ook in je voeding krijgt als je die eet.
Behalve voeding zijn er uiteraard meerdere factoren die een rol spelen bij onze gezondheid. Erfelijke factoren bijvoorbeeld, maar ook voldoende beweging en het reduceren van stress zijn minstens zo belangrijk. Blijf dus vooral lekker golfen! En haal de Marsen en Snickers uit je tas en neem voortaan een paar banaantjes mee.