Columnist Miriam Mars probeert de theorie in de praktijk te doorgronden en loopt daarom met de flight van haar vriend mee. Een bal volgens de regel droppen? Welnee. ‘Het is maar een spelletje, hoor.’
Ik leerde mijn theorie in een avond. ‘Zal ik je helpen?’ Vroeg mijn vriend. Ik antwoordde: ‘Ik weet toch bijna alles al joh.’ Ik pakte mijn theorieboek. Bestudeerde alle regeltjes. Kroop achter de computer om wat oefenexamens te maken en slaagde foutloos voor elke test die ik aflegde. Zo. Die had ik in de pocket. Ik vergat alleen een heel belangrijk onderdeel van mijn leervaardigheid. Ik leer al heel mijn leven door te hyper focussen. Dat is op korte termijn reuzehandig, maar op lange termijn heb je erop zijn zachtst gezegd geen flikker aan. De dag erna beklijft nog wel het een en ander maar na een dag of twee, drie is het weg. Dan hoor ik nog wel ergens de klok luiden, maar ligt de klepel ergens bij het grofvuil. Theorie leren is één ding. Theorie bestuderen, en zeker de theorie bij golf die heel nauw luistert, is een compleet andere tak van sport. Maar dat ontdek ik pas als het bijna te laat is.
Met mijn nieuwverworven kennis op het gebied van golfregels besluit ik op een zaterdagochtend mee te lopen met de flight van mijn vriend. Met het zicht op mijn komende theorie-examen wil ik ervaren hoe die theorie in de praktijk wordt toegepast. Ik merk dat de vier mannen een bepaalde achterdocht koesteren. In eerste instantie verdenk ik hen ervan dat ze bang zijn dat ik hun spel ga lopen bederven doordat ik hen constant met de officiële regels ga confronteren. Ik leg hen uit dat ik alleen maar met hen meeloop. Dat ik de regels pas begrijp als ik zie hoe ze in de praktijk worden gebracht, maar blijkbaar was dat niet de reden van hun achterdocht. ‘We zijn nogal grof gebekt qua grappen en zo. Snap je?’ Got it.
Al bij aanvang verschrompelt mijn theoretische kennis naar een dieptepunt. Er was toch een regel dat degene met de laagste handicap als eerste af mag slaan? ‘Nee. Wij spelen Ready Golf’. Ready Golf? Wat was dat ook alweer? Voor ik het weet zijn de heren alle kanten uitgevlogen. Wie moet ik volgen? Wacht. Ik volg Harry. Harry’s bal belandde in de struiken. In de Rough. Eens kijken hoe hij die bal gaat droppen. Er wordt niets gedropt door Harry. Harry verdwijnt in het struikgewas. Komt terug met zijn bal en legt hem zomaar ergens neer. Als ik er naar vraag antwoordt hij: het is maar een spelletje hoor. Ik snap er helemaal niets meer van. Is niets meer heilig tegenwoordig? Bij hole vier begint mijn vriend ineens boos te schreeuwen naar de twee mensen achter ons. Geen idee waarom. ‘Ze houden zich niet aan de regels’ sist hij mij toe. Regels? In mijn beleving houdt niemand zich aan de regels vandaag.
Twee dagen voor mijn theorie-examen besluit ik om nog maar eens wat te oefenen. Waar ik eerst met vlag en wimpel slaagde? Nu haal ik, met het spel van de vier mannen van die zaterdagochtend in mijn achterhoofd, alles door elkaar en zak ik als een baksteen voor mijn proefexamen. Er is een duidelijk verschil tussen een gezellig potje golfen en wedstrijd golfen. Wat ik moet leren zijn de officiële regels en de etiquette van dit spel. Ik ontdek al studerend waarom mijn vriend ineens boos was op de mensen achter hen en wat etiquetteregels zijn en welke regels van toepassing zijn bij de officiële wedstrijdregels. Waar ik voorheen heel luchtig dacht over Het Examen? Nu breekt het angstzweet mij aan alle kanten uit. Uiteindelijk raap ik al mijn moed bij elkaar en vraag aan mijn vriend of hij mij wil helpen. ‘Ik vond het al zo vreemd dat jij dacht dat je je theorie in één avond kon leren’ antwoordt hij.
De dag erna doe ik examen. Ik slaag. Met mijn hakken over de sloot.