Als ik onder de douche vandaan kom en me volgens een strikte routine afdroog, doe ik daarna áltijd eerst m’n rechtervoet door het rechter gat van mijn onderbroek. Noem het een ritueel. Ik hecht daar niet al te veel waarde aan; daar ben ik té nuchter voor. En rechtsbenig bovendien. Anderen willen graag een stempel drukken op mijn ‘dwangmatigheden’; het schijnen er meerdere te zijn. Het valt hen blijkbaar op. Ik merk het niet zo en last heb ik er sowieso niet van.
Dwangmatig
Voor ik me aan ga kleden loop ik, alléén stappend op de zwarte tegels (we hebben zo’n zwart-wit betegelde badkamer), naar de tafel met de kleren die ik vóór het douchen al had klaargelegd. Opgestapeld in volgorde van aantrekken èn op kleur, het is een soort Pyramide met de sokken in een bolletje bovenop. Nóóit witte sokken trouwens. Bad Luck als je gaat golfen. Het lijkt op de tic maar het is heel praktisch. Zo ben ik. Eenmaal helemaal aangekleed loop ik naar de koelkast en pak een emmertje Griekse yoghurt. Nieuw natuurlijk zodat ik de eerste ben die er 4 volle eetlepels uit kan scheppen. Dat je met de lepel lekker door die mooie gladde witte laag yoghurt heen schept. Heerlijk. Vier, want ik hou niet van oneven aantallen in mijn eten. Beetje muesli erop en klaar. Ik ken dus mensen, echt belachelijk dit, die dan precies uittellen hoeveel besjes ze erop leggen. Dat vind ik van die neuroten. Verschrikkelijk. Anyway. Ontbijt zit erin ik kan vertrekken.
Dwangmatig Golfen
Vandaag ga ik naar de golfbaan. Met de auto. Lekker even een balletje slaan. Koppie leegmaken, ik heb zoveel aan m’n hoofd altijd. Op de reis er naartoe time ik met mijn gaspedaal de snelheid zodanig dat ik het eerste stoplicht groen heb, anders zal ik straks zeker niet lekker spelen. Had ik als kind eigenlijk al. Onschuldige afwijking. Destijds zat ik naast mijn vader en telde de hectometerpaaltjes en kwam dan vóór de bocht steevast op een even aantal uit. Dan zouden we niet doodgaan. Maar goed, daar groei je in de jaren overheen. Dat achterlijke dwangmatige is er nu wel af. Gelukkig wel. Zou niet kunnen functioneren met het idee dat er iets mis zou kunnen gaan als ik iets onbenulligs als nummer 13 belangrijk zou vinden.
Bal nummer 13
Nou ja… met één uitzondering dan. Op de driving-range sla ik de dertiende bal nooit weg. Ben ik heel eerlijk in. Die gooi ik het gras op, zover mogelijk. Weg met dat ding. Het brengt namelijk ècht ongeluk en dat wil niemand natuurlijk. Laatst probeerde ik ‘m heel hard weg te gooien en toen schoot het in m’n rug. Dat was hèt bewijs dat het een kloteding is, die dertiende bal. Kon ik een week de trap niet meer op en af.
On the tee…
Precies 10 minuten voor onze starttijd sta ik samen met mijn beste vriend op de tee van hole 1. Hij doet wat oefenswings en ik kijk in z’n tas. Zie ik dat hij álle clubs op nummer heeft ingedeeld. Heel precies. Dus ik begin te lachen en wijs naar z’n tas: “Allemaal bijgeloof jongen, haha, daar heb je helemaal niks aan!”