Zo krijg je meer vertrouwen in je spel
Ken je dat? Eerst braaf oefenen. Dan tot je vreugde merken dat het kwartje valt: op de drivingrange sla je de ene kaarsrechte bal na de andere. Vol vertrouwen ga je de baan in – waar je vervolgens alle kanten op slaat – behalve rechtdoor. Hóe dan?
Lekker bezig dacht je nog, nadat je de zoveelste emmer ballen leeg had geslagen. Want hoe meer je oefent, hoe beter je wordt. Ja toch?
Nou – dat hangt er vanaf. Volgens golfpro Mette Hageman word je namelijk meestal niks wijzer van achterelkaar tientallen ballen achterelkaar van de mat af slaan. “Zeker niet als er geen plan, geen gedachte achter zit. Want wat train je precies als je in 10 minuten 20 ballen op rij met je ijzer-8 van de mat slaat? Terwijl het hele idee van trainen op de drivingrange juist is dat je straks al die mooie ballen óók in de baan zelf kunt slaan. En dan niet 15 ijzers-8 achter elkaar, maar juist die ene mooie ijzer-8 die je op dat moment nodig hebt.”
Precies dat – die ene mooie slag uitvoeren op het juiste moment – hoe doe je dat? En hoe voorkom je dat je vertrouwen als sneeuw voor de zon verdwijnt zodra je een of meer slechte ballen slaat? Mette weet raad.
1
Oefen met een plan
Waarom lukt het op de drivingrange vaak wel en in de baan niet? Omdat het gewoonweg veel moeilijker is om de juiste bal te slaan als het écht moet. Als je weet dat je geen tweede poging krijgt. Of een derde. Dus wil je in de baan graag net zulke mooie ballen wil slaan als op de drivingrange? Dan doe je er goed aan om die baansituatie ook op de drivingrange te trainen. Dat betekent: elke bal op de mat sla je pas nadat je je gehele pre-shotroutine hebt gevolgd. Wat is je plan? Hoe staat de wind? Wat voor balvlucht wil je slaan? Hoe ver is het? Welke club kies je? Het is natuurlijk lastig om je oefensessie net zo spannend te maken als een wedstrijd waarin je echte druk ervaart. Maar je kunt in je oefensessie wel proberen om elke bal op deze manier te benaderen.
2
Een halve emmer ballen is genoeg
Als je op de drivingrange traint zoals in de situatie in de baan, zul je merken dat je niet meer zo snel emmers vol ballen er doorheen jast. Een halve emmer ballen uit de machine halen is daarom echt voldoende. Door voor elke slag je hele routine af te werken, verhoog je namelijk de intensiteit rondom elke bal die je oefent. Elke bal die je slaat is dan niet meer enkel het trainen van techniek, maar óók het trainen van je mindset in de baan. Daardoor wordt het ‘makkelijker’ om die mindset in de baan te herhalen.
3
Besef: de omslag van bewust naar onbewust kost tijd
Elke golfer herkent dit: het is onmogelijk om heel bewust met je techniek bezig te zijn en tegelijkertijd goed te scoren in de baan. Een nieuwe beweging aanleren is iets cognitiefs. Een kwestie van eindeloos herhalen, maar consequent mét je mentale routine. Het ideale eindresultaat is dat je die nieuwe beweging kunt uitvoeren zonder erover na te denken: het wordt een beweging waarbij niet je hoofd, maar je lijf het overneemt. Die overgang van cognitief naar creatief, van bewust naar onbewust, kost tijd.
4
Oefen met variatie
Dit advies borduurt voort op advies 1, oefen met een plan. Oefenen met variatie betekent dat je op de drivingrange traint zoals je in de baan speelt: begin met je driver, kies daarna bijvoorbeeld je hybride en sla je derde bal met een wedge. Elke bal met pre-shotroutine, elke bal zoals je in de baan zou slaan. Door dezelfde variatie in clubkeuze aan te houden zoals in de baan, wordt het spelen in de baan herkenbaarder en voelt het vertrouwder. En dat is goed voor je zelfvertrouwen in de baan.
5
Beschouw je pre-shotroutine en het slaan van elke bal als een mini-meditatie
Door elke keer hetzelfde ritueel uit te voeren voor het slaan van een bal, train je je focus. En die focus, mensen, is jullie houvast – in goede en vooral ‘slechte’ tijden. Ga maar na: ben je in vorm, dan lijkt alles vanzelf te gaan. Je hoeft er niet eens super je best voor te doen, want het lukt gewoon. Maar meestal moet je er hard voor werken, en dan nog lukt het niet. Hoe vaak dwarrelen je gedachten dan alle kanten op? Het lukt me niet, ik kan het niet, ik sla vast een modderfiguur, hoe kom ik uit die bunker – dat werk. Maar wie zichzelf heeft getraind om met het ritueel van een pre-snotroutine, ook wel een soort van mini-meditatie, voor elke bal een bepaalde focus op te roepen, heeft écht minder last van afleidende gedachten.