Losse blaadjes, plassen water: test je regelkennis
Regen, een drassige baan, je bal in een plas water, blaadjes in je lijn of op je bal – het is weer die tijd van het jaar. Wat zeggen de regels in deze herfstige situaties? Test je kennis.
1
Je zoekt naar je bal in de rough, die bezaaid is met bladeren. Per ongeluk schop je tegen je bal – die zag je immers niet door al dat blad. Wat nu?
a) Je krijgt een strafslag
b) Je krijgt twee strafslagen
c) Je krijgt geen straf
2
Je slaat af van de tee op een par-3. Je bal vliegt mooi hoog en landt in 1 keer op de green. Doordat het flink heeft geregend, is de green zacht. Je bal blijft daardoor liggen in de eigen pitchmark. Op de green markeer je je bal, neemt hem op en je repareert je pitchmark. En passant repareer je meteen een andere pitchmark op je lijn. Je maakt (helaas) een drieputt. Wat is nu je score?
a) 4
b) 5 (want je krijgt 1 strafslag)
c) 6 (want je krijgt 2 strafslagen)
3
Je speelt met een vriendin een ronde van 9 holes. Onderweg komen jullie in een flinke regenbui terecht, en het begint ook nog hard te waaien. Jullie besluiten wel door te spelen, alleen doen jullie het wat sneller in verband met het slechte weer. Op de laatste hole hadden jullie beiden je teeshot op de fairway, en daarna jullie tweede slag op de green. Maar eenmaal op de green ontdekken jullie dat jullie in de haast (en de regen en wind) vanaf de fairway elkaars bal hebben gespeeld. Stel dat dit een officiële wedstrijd was geweest, wat hadden jullie moeten doen?
a) jullie krijgen beiden 1 strafslag, en moeten terug naar de plek op de fairway waar jullie de verkeerde bal speelden – de fout herstellen dus.
b) jullie krijgen beiden 2 strafslagen. Ook moeten jullie terug om de fout te herstellen.
c) jullie krijgen geen straf. Wel moeten jullie je fout herstellen.
4
Je slaat je bal op de green. Door de regen ligt er een plas water op, en je bal rolt erin. Om het water te ontwijken tijdens het putten leg je je bal naast de plas water: op het dichtstbijzijnde punt waarbij je geen hinder meer hebt van het water, niet dichter bij de hole.
a) Dat is correct, en je mag dit zonder strafslag doen.
b) Dat is correct, maar je moet dan wel een strafslag bij je score optellen.
5
Je speelt vroeg in de ochtend, en afgelopen nacht heeft het voor het eerst een beetje gevroren aan de grond. En dus ligt er bevroren dauw – ijs dus – op de green. Mag je sneeuw of ijs beschouwen als tijdelijk water of los natuurlijk voorwerp?
a) Tijdelijk water
b) los natuurlijk voorwerp
6
Je bal komt terecht in een stapel verzamelde takken, die later door de greenkeepers verwijderd zullen worden. Er is vlakbij een tijdelijke dropping zone aangegeven. Wat zijn je opties?
a) Je neemt een strafslag en dropt de bal in de tijdelijke dropping zone naast de stapel takken, zodat je er geen last van hebt als je gaat slaan.
b) Je mag ‘gratis’ droppen (relief nemen) in de tijdelijke dropping zone.
7
Het heeft flink geregend en de baan is wat drassig en soms hobbelig. Vlak voor je teeshot – je bal is opgeteed – zeg je je voet vlak achter je bal neer, zodat de grond wat platter wordt. Mag dat?
a) Nee, dat mag niet. Je krijgt 1 strafslag.
b) Nee, dat mag niet. Je krijgt 2 strafslagen.
c) Ja, op de teebox mag dat. Je krijgt geen straf.
8
Je slaat je bal een bunker in. Daar liggen veel bladeren in en je bal komt onder de bladeren terecht. Je zoekt onder het blad en vindt en identificeert je bal vrij snel, binnen 45 seconden. Om er zeker van te zijn dat het jouw bal is, neem je hem voorzichtig op. Je plaatst de bal terug, slaat ‘m uit de bunker. Maar dat heb je gedaan zonder de blaadjes terug te leggen die je had verplaatst om je bal te identificeren. Wat nu?
a) Je krijgt geen straf
b) Je krijgt 1 strafslag
c) je krijgt 2 strafslagen
Antwoorden: 1c (regel 7.4), 2a (regel 13.1c), 3b (Regel 6.3c), 4a (regel 16.1d), 5b (definitie los natuurlijk voorwerp), 6b (16.1a, ground under repair), 7c (regel 6.2b), 8a (regel 15.1a, 7.1a)