Hoe kort is jouw skort?
Hoe lang mag een kort rokje zijn? Over korte skorts, de ondergrens en de balans.
Wie graag golfrokjes draagt en dit volgens de officiële golfkledingetiquette wil doen, kan zo ongeveer elk golfrokje uit de kledingkast linea recta naar de Zak van Max brengen.
Op papier moet een golfrokje namelijk net boven de knie eindigen. Heb je in de afgelopen jaren zo’n skort aangeschaft, dan is de kans vrij groot dat deze niet net boven de knie komt. Sterker – veel skorts eindigen niet net, maar vrij ruim boven de knie.
Er zijn maar bar weinig lange korte rokjes te bekennen dus, en dat geldt zeker voor de rokjes uit de stal van moderne en trendy sportmerken als Nike Golf, Adidas Golf, Puma/Cobragolf, Under Armour, Peak Performance en J.Lindeberg. Alles is hier ruimschoots boven de knie – lekker sportief en kort, maar meestal toch stijlvol. Met een rokje van zo’n merk sla je meestal niet de plank mis. Alhoewel? Ik heb er één, die fantastisch lekker zit, maar ik draag ‘m eigenlijk alleen tijdens het hardlopen. De reden: hij is wel heul kort. Geen punt bij het rennen, maar op de golfbaan vind ik dat een ander verhaal. Nu zul je mij nooit aantreffen in een keurig rokje op of net boven de knie (met mijn 1.60m voel ik dan namelijk net een kabouter), maar in een rokje dat maar net over de billen reikt kan ik me voorstellen dat mensen zich afvragen waarom ik überhaupt de moeite had gedaan om een rokje aan te trekken.

Niet te lang, niet te kort – rokjeslengte luistert dus nauw. Volgens kledingadviseur Tammy Parrish moeten we ons in de eerste plaats laten leiden door het eigen gevoel. ‘Als je je prettig voelt in ultrakort, dan draag je dat gewoon. En zodra je twijfelt, speel dan op safe, want dan is het misschien wel te kort voor jou. Maar uiteindelijk is het 2020, we moeten natuurlijk gewoon zelf onze roklengte bepalen. Al moet je wel beseffen dat hoe korter je rokje is, hoe meer aandacht het trekt. Leidt dit af van je spel? Doe het dan niet.’
Toch gaat het volgens Tammy niet alleen maar om de roklengte, maar meer om de verhouding tussen rokje, benen en de rest van je lijf. ‘De hoeveelheid stof moet in verhouding staan met de rest. Dat geldt zowel voor de lengte, als de breedte. Kijk dus naar je lichaamslengte, maar ook naar de vorm van je benen en bips. Veel stof, bijvoorbeeld doordat je een plooirokje draagt, maakt breder. En hoe langer je bent, hoe langer je rokje kan zijn. Het gaat om de balans.’
Verder is het type stof van het rokje ook bepalend voor het eindresultaat. ‘Dikkere stof werkt het beste bij strakkere kokerrokjes. Een stevigere stof heeft als bijkomend voordeel dat het een vollere buik wat kan insnoeren. Let wel op dat de stof ook goed rekbaar is, zodat je op de green goed op je hurken kunt zitten of kunt bukken. Een wat stijvere stof is minder geschikt voor iemand die stevige benen heeft. Soepele stoffen zijn dan beter, maar die moeten dan ook weer niet te dun zijn, omdat je dan elke oneffenheid of ieder bobbeltje ziet.’
Kleur en prints zijn tot slot ook factoren die meespelen. Kleuren als rood en wit vallen op en maken dus groot. Datzelfde geldt voor grote, opvallende prints. Als je minder groot wil lijken, dan kies je beter voor een dessin met kleine figuurtjes, in plaats van wilde, grote prints. Twijfel je na dit alles nog of een rokje je al dan niet klein/groot/dik/dun maakt? Dan is er gelukkig één pasvorm die iedereen – dik, dun, groot, klein, lang, kort of combinaties daarvan – staat, en dat is de A-lijn. En wil je helemaal op safe gaan, kies dan voor zwart of donkerblauw, want donkere kleuren kleden af.’
