7 tips om golf, zelfs op sombere dagen, toch leuk te maken
Last van een golfdip? Niet zo vreemd natuurlijk in deze overwegend grijze, sombere en natte wintermaanden. En toch – zelfs bij treurig weer is het goed om tóch door te zetten. Gewoon die baan op. Een paar uur actief zijn in de buitenlucht – wie is daar nou op tegen? Plus: we geven je 7 overzichtelijke tips om golf nóg leuker te maken.
1
Investeer in een goed regenpak
Nu we besluiten om ons niet uit het veld te laten slaan door een beetje kou en regen, is de volgende stap: investeer in goede golfkleding. En daarmee bedoelen we: een goed golfregenpak. Da’s geen koopje, maar man man man wat zul je blij zijn als je straks super comfortabel, warm en droog in de baan loopt. In een mooi pak waarin je niet voor aap loopt en waarin je ook nog heerlijk kunt swingen – want veel goede pakken zijn én waterdicht én stretchy.
2
Gooi je scorekaart weg
Niet dat het veel uitmaakt als er bijvoorbeeld wintergreens zijn, maar toch: stop met tellen. De simpelste manier om dit spelletje leuker te maken is om op te houden met tellen. Onbewust zijn we toch altijd bezig met het maken van een score. Niet doen! Ga de baan in, sla je bal en geniet van de wandeling en de omgeving.
3
Neem maar een paar stokken mee
Zeker handig als je niet met je trolley de baan in mag en je met een draagtasje moet spelen. Maar zelfs met trolley is het een soort van bevrijdend om maar een stok of 4 of 5 bij je te hebben. Geen keuzestress. Het is verrassend ontspannend om chippend met je hybride en met die paar clubjes over de baan te wandelen. Het gaat lekker snel en het maakt je creatief in je spel.
4
Zoek professionele hulp
Juist in deze periode is het lekker om dat lesje te boeken bij je pro. Je hebt immers nu tijd om te oefenen, zonder het gevoel dat je alles in de praktijk moet brengen in een clubwedstrijd. Zelf kun je eindeloos doormodderen en je tevergeefs afvragen wat je toch doet dat die scheve ballen veroorzaakt. Maar even een half uurtje op de mat en je pro heeft je zo weer op de rit. Golf wordt nu eenmaal leuker als je telkens iets kunt verbeteren, hoe klein die verbetering ook is.
5
Rondje kantoor
Druk op het werk en geen tijd om naar de golfbaan of drivingrange te gaan? Oefenen kan je ook thuis doen, of op kantoor. Oefenen hoeft niet altijd met een emmer ballen. Even een club vasthouden en je set up oefenen kán therapeutisch werken, zeker na een moeilijk telefoontje.
6
Eén tikje ballen
Het is een hardnekkig misverstand dat je emmers ballen moet slaan om beter te worden. Misschien geldt dat voor de pro’s. Maar in elk geval niet voor ons. Sterker – het is veel nuttiger om, als je op de drivingrange bent, heel bewust maar een paar ballen te slaan. Let wel: die jas je niet achter elkaar weg. Trek één tikje uit de balkenautomaat (meestal goed voor een halve emmer). Zet de emmer op een afstandje, loop er naar toe en pak telkens maar één bal. Voordat je die slaat, werk je je hele routine af – alsof je in de baan bent. Beeld je in dat je op een bepaalde hole bent en doe alles wat je normaal gesproken ook op die hole en op die plek zou doen. Een oefensessie is op deze manier veel nuttiger.
7
Ligging gaat vóór lengte
We hebben allemaal de neiging om, voordat we bedenken met welke stok we de bal willen slaan, te kijken naar hoe ver het nog is naar het doel. Op zich geen slechte gedachte, maar eigenlijk gaat het in de eerste plaats nooit om hoe ver het nog is, maar wel over hoe je bal erbij ligt. Ligging gaat vóór lengte. Alleen bij een goede ligging (oftewel: geen schuine ligging, geen divot, of geen polletje achter je bal) mag je nadenken over de lengte – eerder niet. En ligt de bal niet ideaal? Dan kies je die ene club waarmee je die uitdagende ligging te lijf kunt gaan.