‘Ons brein kan geen onderscheid maken tussen feit en fictie’
Blijft een slechte ronde je in gedachten achtervolgen? Soms kan een herbeleving van een slechte slag of ronde zo realistisch zijn, dat het net lijkt alsof je opnieuw in die situatie bent, met als gevolg dat je wéér slecht speelt. ‘Je brein kan geen onderscheid maken tussen feit en fictie.’
Twee weken geleden speelde ik een wedstrijd. Met het schaamrood op de kaken leverde ik na afloop m’n kaart in, want het bleek mijn aller- aller- allerslechtste ronde die ik, voor zover ik me kan herinneren, ooit heb gespeeld: De nullen en enen op de kaart wisselden elkaar af, veroorzaakt door drives die alle kanten op vlogen, dat gevoel op de tee dat je géén idee hebt waar die bal straks heen vliegt, angst om de bal te vet te raken, of te dun, weten dat je die putt van anderhalve meter wéér niet gaat maken. Kortom: het was een ronde om gauw te vergeten.
Maar helaas voor mij – ook dat lukt maar matig. Hoewel ik echt mijn best doe om het luchtig te houden – van ‘er zijn ergere dingen in het leven’ tot ‘gelukkig ben ik nog gezond’, zodra ik achter de bal ga staan, zie ik die gevreesde balvluchten aan mijn geestesoog voorbij trekken. Met als gevolg dat ook mijn lijf voelt dat het straks misgaat.
Volgens psycholoog Saskia van Houten is dat volkomen menselijk, want ons brein kan eigenlijk geen onderscheid maken tussen feit en fictie. ‘Een groot deel van wat we meemaken, beelden we ons in. De mens heeft een talent om de realiteit selectief waar te nemen. Vergelijk het met Facebook. Op Facebook omring je je enkel met gelijkgestemden, die jou bevestigen in de overtuigingen die je al hebt. Daardoor denk je dat de wereld is zoals jij hem ziet en ben je ervan overtuigd dat we in een homogene gemeenschap leven, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.’
Een ander voorbeeld van hoe je brein een loopje met je kan nemen, is dat gevoel dat je hebt als je ontwaakt uit een nare droom. ‘Je kent dat vast wel: je schrikt wakker, badend in het zweet. Die droom was iets wat helemaal niet echt gebeurde, want het feit was: je lag in je bed. Toch werd je wakker met een bang gevoel. Een nachtmerrie is dus bepalend voor je stemming, en dat terwijl je het in werkelijkheid helemaal niet hebt beleefd.’
Vertaald naar de golfbaan: die ene slechte ronde is een feit. De herbeleving van die ronde kan dan zo levendig en realistisch zijn, dat het net lijkt alsof je opnieuw in deze situatie bent, met alle echte gevoelens van onzekerheid en frustratie van dien. ‘Dit is wat er in het echte leven ook gebeurt. We prenten ons dingen in ons hoofd, door dingen die we meemaken, verhalen die we horen van anderen of dingen die we ons inbeelden. Daar gaat ons brein mee aan de haal.’
Hoe je dit kunt voorkomen? Volgens Saskia vergt het training en conditionering, om negatieve gedachten te stoppen. ‘Dat kan op verschillende manieren. Rationeel gezien doe je dat door heel feitelijk naar de situatie te kijken: die ene slechte ronde is een feit, maar dat je daardoor meteen een slechte golfer bent geworden, is fictie. Wat in mijn ervaring het beste werkt, is het ‘foppen’ van je brein via je lichaam. Zodra je merkt dat je nerveus wordt of vervelende gedachten krijgt, dan kun je dit stoppen door je bijvoorbeeld te concentreren op je ademhaling. Maak het uitademen twee keer zo lang als het inademen: drie tellen in, zes tellen uit. En dat een aantal keer. Je lijf wordt automatisch rustiger. En daardoor ‘denkt’ je brein als het ware: hee, mijn lijf is kalmer; er zal wel niets aan de hand zijn.’
‘Het trainen en conditioneren van je brein vergt tijd en oefening. De ene dag lukt het beter dan de andere. Het gaat in golfbewegingen, net als golf. Wees dus niet te streng voor jezelf als het niet altijd lukt.’