Ik mag het zeggen!
“Vanavond soep of bloemkool? Jij mag het zeggen!” Na het horen van die gunst maak ik een vreugdesprongetje. Ik mag het zeggen.! Yes, yes, yesssss..!
In mijn hoofd maak ik razendsnel een plan met voors en tegens van mijn aanstaande beslissing. Alles neem ik in ogenschouw, niets vergeet ik in mijn overweging en zèlfs in díe split-seconde ga ik niet over één nacht ijs. Piekerend wandel ik door de tuin en probeer groot te denken en de gevolgen te overzien voor anderen, want als ik deze steen in de rivier verleg zal er niets ooit meer hetzelfde zijn.
De druk en de verantwoordelijkheid kan ik aan, ik ben een man verdomme.!
‘Ik mag het zeggen’, jeetje. “De wereld kan op mij rekenen”, zeg ik met gebalde vuisten hardop tegen mijn spiegelbeeld. ‘Eindelijk…!’, besef ik.
De laatste keer was, volgens mij, toen we samen in Mexico waren, alleen tóen was de regen spelbreker. Het had daar al 4 maanden niet geregend. En precies die dag dus wel. Anyway. Nú is nú en ik doe ertoe, ik bestá!
Wie heeft de broek aan?
Het gebeurt me weinig hoor, dat ik hèt mag zeggen. Maar mij hoor je niet klagen.
Ik ben een geluksvogel en dat kan zéker niet iedere man zeggen en dat realiseer ik me terdege.
Menig kerel grapt tegenover zijn vrienden dat hij thuis de broek niet aanheeft. En als er dan over ‘de baas’ wordt gesproken, weet iedereen wie daarmee bedoeld wordt.
“Ik heb niks te vertellen hoor; mijn vrouw draagt zelfs twee broeken over elkaar, haha.” Het is een mop die aan de bar veel bijval krijgt maar de kern van het verhaal is vaak de harde bittere werkelijkheid. Veel valt er thuis niet te lachen voor deze heren.
Achter talloze voordeuren schuilt mannenleed die, treurig genoeg, onbesproken blijft.
‘Jij mag het zeggen’ is een unicum en een zegen als je dit ten deel valt.
Ik heb met mijn vrouw een lot uit de loterij hoor. Toch is het een kwestie van je poot stijf houden, heb ik in de jaren wel geleerd. Gewoon bikkelhard zijn ook. ‘Stand your ground’ heet dat in het Engels geloof ik, en precies dát doe ik. We hebben een gelijkwaardige relatie, maar mij is het gelukt om over de dagelijkse beslissingen een flinke vinger in de pap te krijgen en te houden.
Weg hier
Opgewekt rijd ik naar huis. Vanmorgen heb ik voor bloemkool gekozen: mijn lievelingseten. Met kaassaus. Heerlijk. Mijn vrouw weet wat ik lekker vind. Zelf eet ze liever soep, maar vandaag is het mijn dag. Ze gunt het me gewoon, het zit snor tussen ons.
Terwijl ik mijn jas op de kapstok hang krijg ik zo’n lekkere rilling over m’n rug, wat een mazzelpik ben ik toch.
Als ik de keuken binnenloopt zie ik over haar schouder de gedekte tafel. Naast de borden liggen lepels. Lepels?
Lekker gewerkt schatje en o ja, ik heb lekkere soep gemaakt. Vanavond eten we soep, doen we morgen gewoon bloemkool. Oh nee morgen komt m’n moeder en die houdt niet van bloemkool. Nou, zo erg is het toch ook weer niet schatje.? Schát.?!
