Hou je hoofd koel (als je golft in de winter)
Koud, wind, nat, met de voeten in de blubber of op het bevroren gras – het leven van een wintergolfer gaat niet altijd over rozen. 8 tips om je hoofd koel te houden.
1
Keep calm & swing easy
Spelen in de wind is al best ingewikkeld, en al helemaal als je gehuld bent in meerdere laagjes thermokleding en wollen truien. Onthoud deze, van de Britten – want die weten waar ze het over hebben: when it’s breezy, swing easy. Je neiging om extra hard tegen de wind in te meppen is begrijpelijk, maar niet zo slim. Kans is namelijk groot dat er, vanwege je snellere tempo dan normaal, eerder een foutje in sluipt. Een foutje dat bij tegenwind alleen maar uitvergroot wordt. Kies bij zij- of tegenwind daarom standaard een of twee clubjes meer en houd je normale swingtempo aan.
2
Rollin’ Rollin’ Rollin’
Pak je voordeel bij wind mee, profiteer en geniet van die extra meters. Maar bedenk ook dat de bal niet zo snel stopt bij de green en de vlag. Probeer bij wind in de rug dus de bal eerder te laten landen en te laten uitrollen naar de hole.

3
Gebruik de zijwind optimaal
Komt de wind van de zijkant? Kies sowieso een clubje meer. Op de afslagplaats kun je je bal opteeën aan de kant waar de wind vandaan komt. Dus komt de wind van links, dan tee je je bal aan de linkerkant van de teebox op. Vervolgens mik je op die kant van de fairway – in dit voorbeeld dus de linkerkant. De wind helpt je bal dan keurig naar het midden.
4
Koud weer? Clubje meer!
We schreven er eerder over, en we kunnen het niet vaak genoeg vertellen: bij koud weer kies je altijd een of twee clubjes meer. Omdat koude lucht meer weerstand geeft dan warme lucht, en de bal dus minder ver vliegt.
5
Wintergreens? Houd de bal laag
Wintergreens zijn meestal klein, dus makkelijk te missen. Bovendien is het op winterse fairways en wintergreens een hoop gehobbel en gebobbel, dus de vlag aanspelen vergt daarom een andere tactiek. Die van ons is: houd de bal lekker laag. Van bunkers heb je geen last, want die heb je meestal niet bij een wintergreen. In elk geval niet aan de voorzijde. Mooie gelegenheid dus om je chip-and-run te oefenen.

6
Draagtasje? Deze club moet in elk geval mee
In de winter moeten we vaker met een draagtasje de baan op. Zeul dan niet alle 14 stokken mee – veel te zwaar, en bovendien is de winter de perfecte gelegenheid om creatief te golfen en dus wat te experimenteren met slechts een paar stokken in je tas. Voor je korte werk naar de vlag toe houd je, zoals in tip 5, je bal laag bij de grond. Daar kun je bijvoorbeeld je ijzer-7 goed bij gebruiken. Maar vergeet je hybride ook niet! Dat is echt je go-to-stok voor het betere chip-werk. Zeker als de ondergrond modderig is, zacht, oneffen of kaal. Grip je hybride korter en maak een putt-beweging.
7
Natte rough? Eerst terug naar de fairway
Ten eerste: probeer het maximale eruit te halen. Let wel: hier bedoelen we mee dat je de bal terug in spel moet zien te brengen. Vanuit nat en hoog gras is het namelijk vrij ondoenlijk om de bal ver te slaan, laat staan mooi op de green of bij de vlag te krijgen. Terug naar de fairway dus. Hoog en nat gras geven veel weerstand, dus je past je aan: een club met voldoende loft, zoals de sandwedge is een goede keuze. De balpositie is (voor rechtshandige spelers) meer richting je rechtervoet. Je gewicht is juist iets meer op je linkervoet. Zet je clubblad tot slot iets opengedraaid. Door het natte, hoge gras zal je clubblad namelijk bij impact dichtslaan. Door je clubblad van te voren wat open te draaien, heb je dat alvast gecompenseerd.
Ligt je bal goed zichtbaar in de rough, dus meer op het gras dan er dieper in, dan kun je ook een hybride pakken. Door de brede zool glijdt de hybride makkelijker door het gras heen dan een ijzer. En met een hybride pak je ook gelijk wat meer afstand.
8
Bal geplugd in de grond? Ken de regels
Ligt je bal geplugd in de grond, in z’n eigen pitchmark, op de fairway of green? Dan mag je de bal eruit halen. Op de fairway neem je dan ‘relief’: dat wil dus zeggen dat je je bal mag droppen. Op de green markeer je eerst je bal, je raapt ‘m op en vervolgens plaats je je bal. In beide gevallen mag je je bal eerst schoonmaken.
Overigens geldt in de winter op veel banen de plaatselijke regel van plaatsen – dat betekent dat je je bal – alleen op de fairway – altijd mag plaatsen. En mooie bijkomstigheid: voordat je plaatst, mag je je bal schoonmaken.
