‘Hoe meer overtuiging je hebt, hoe groter je kans op een goed resultaat’
Thuis trainen is meer dan wat ballen in een netje chippen. Laat je verbeelding spreken. ‘Je kunt nog zo’n goede techniek hebben, maar wat is daarvan over als je de juiste mindset mist?’
In de afgelopen zeven weken van ‘golflockdown’ namen veel golfers hun toevlucht tot chipnetjes in de tuin, grote netten om ballen in te slaan of speciale matten om op te putten. Fijn om op die manier toch een beetje gevoel voor golf te houden, of om aan een deel van je techniek te werken. Toch heeft dit alles niks te maken met ‘echt golfen’ op een golfbaan. Dat zegt Floris Vos, golfprofessional op Golfclub Houtrak, gespecialiseerd in de mentale kant van golf.
Oefenen is toch oefenen? Of je nu naar een vlag op een green chipt of naar een emmer in de tuin? Dat maakt toch niets uit?
‘Natuurlijk is het nuttig om op die manier te oefenen. Maar golfen is veel meer dan alleen een bepaalde beweging uitvoeren. Op de baan heb je echter te maken met meer dan dat alleen: de aanwezigheid van een medespeler, eventueel publiek, de weersomstandigheden, de stand in de wedstrijd. Maar ook jezelf: wat voel je, waar denk je aan, ben je ontspannen of juist gespannen, bang om een fout te maken? Hoe sta jij op de tee als er mensen staan te kijken? Hoe voel je je als je over het water moet slaan? Dit alles heeft allemaal invloed op hoe je een bal slaat.’
‘Maar hoe kun je dat oefenen als je het niet in het echt kunt doen?’
‘Ondanks het feit dat we nog niet de baan op kunnen, kun je het spelen – met alle prikkels, emoties, omstandigheden die daarbij komen kijken – toch trainen. In je hoofd. Door in gedachten te gaan spelen, prikkel je je brein, alsof je echt aan het spelen bent.
Ieder mens heeft een bepaalde verbeeldingskracht, dat is het mooie van ons brein. Fantasie hebben we allemaal. En we gebruiken het ook, denk maar eens aan een sollicitatiegesprek, dat je in gedachten oefent, of voor de spiegel. Je beeldt je in dat je in een bepaalde situatie bent. Precies dat kun je doen met golf.’
Doen alsof we golfen, dus?
‘Golfers die ik les geef, adviseer ik vaak om in hun hoofd negen holes te gaan spelen. Achttien mag ook, maar dat vergt wat oefening. Begin met het visualiseren van een ronde van negen holes. Begin op de eerste tee staat. Wat zie je? Wat voel je? Welke club pak je? Hoe is je routine? Waar wil je de bal hebben? Zie je de balvlucht voor je? Hoe sta je boven die bal, met wat voor gevoel? Wat voor gevoel wil je hebben? Dit proces herhaal je voor elke slag, van je drive tot en met je laatste putt.’
Maar wat heb ik daaraan? Helpt dit mij straks ‘in het echt’ ook?
‘Er zijn meerdere wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar het nut van het trainen van je brein. Een van de bekendere is het onderzoek dat in het basketbal is gedaan. In dit onderzoek had je drie groepen basketballers. De eerste groep trainde elke dag, fysiek, op 25 worpen. De tweede groep oefende helemaal niet. De derde groep trainde ook niet, maar wel in hun hoofd: elke dag oefenden ze op 25 worpen, maar dan door middel van visualiseren.
Na dertig dagen bleek dat de tweede groep, niet verrassend, stil was blijven staan. Groep 1 daarentegen had progressie geboekt. En groep 3? Het bleek dat zij nagenoeg dezelfde progressie hadden doorgemaakt als de eerste groep. Jezelf mentaal trainen kan dus door te visualiseren, zonder dat je fysiek die daadwerkelijke beweging maakt.’
Goed, dus als ik ga visualiseren, thuis, hoe weet ik of ik het goed doe?
‘Het is subjectief, maar je eigen gevoel als uitgangspunt werkt heel goed. Geef jezelf een cijfer van 1 tot 10. Een 1 voelt helemaal niet goed, een 10 is het beste. Stel je maar eens voor dat je tien ballen slaat, waarbij je wat gespannen en verkrampt bent. En daarna beeld je je in dat je geheel vrijuit tien ballen slaat, ontspannen en vol overtuiging. Het is niet moeilijk te raden welke tien ballen beter gingen.
Bij visualiseren ga je natuurlijk voor een 10; je visualiseert steeds je beste slag, het mooiste resultaat. En het is belangrijk dat je geen stap overslaat. Je gehele routine doen dus, tot en met het slaan van de bal. Je kiest in gedachten je club, je kijkt naar je doel en ziet de perfecte balvlucht voor je. Dáár gaat die bal heen, naar de green, recht op de vlag af. Als je boven je bal staat, voel je het.
En let wel – dit is echt niet alleen voor topgolfers. Ook een speler met handicap 25 heeft baat bij visualiseren. Want je kunt nog zo’n mooie techniek hebben, of mooie swing. Maar wat is daar van over als je de juiste houding, mindset, of overtuiging mist? Hoe meer overtuiging, hoe groter je kans op een goed resultaat.’

