Golfweduwe
“Ah, dus jij bent de man van Barbara? Dan ben je dus een golfweduwe.” Barbara Peek golft graag. Is haar man daarom nu een golfweduwe? Hoe dan?
Mijn geluk is dat mijn werk gerelateerd is aan de golfsport en dat ik hierdoor regelmatig op en rond de golfbaan te vinden ben. Vorige week stelde ik manlief Dennis voor aan iemand op de golfbaan. “Ah, dus jij bent de man van Barbara? Dan ben je dus ook een beetje een golfweduwe.”
Golfweduwe? Hoe dan? Eerlijk gezegd had ik er nog nooit van gehoord. Een golfweduwe is blijkbaar een vrouw die zó vaak alleen thuis is, dat het lijkt of haar man is overleden. In werkelijkheid staat hij, springlevend, op de golfbaan. De héle dag.
Kennelijk gebruiken golfmannen de term ‘golfweduwe’ vaker omdat zij in het weekend regelmatig hun vrouw thuis laten om zelf 18 holes te spelen. Beter: 19 holes. En dat kost de mannen inderdaad doorgaans een volledige dag. Veel heren spelen ook liever 19 holes, want dat kost tijd en dan zijn ze lekker de hele dag weg. Weg van wat eigenlijk? Van huis, van het huwelijk. Vul de rest zelf maar in.
Historisch gezien heeft golfweduwe overigens een heel andere betekenis. De uitdrukking dateert uit 1567, toen Lord Darnley vermoord werd. Zijn weduwe, Queen Mary van Schotland, verwerkte haar verlies door een rondje te gaan golfen. Zij is door deze vorm van rouwproces de oudst bekende golfweduwe.
Inmiddels raakt de term ‘golfweduwe’ meer en meer op de achtergrond: steeds meer vrouwen ontdekken immers de weg naar de golfbaan. Ook ik.
Terwijl ik dit schrijf op zaterdagochtend heb ik net 9 holes met een vriendin gespeeld. Om 12.30 uur zat ik heerlijk met mijn kinderen aan de zaterdagmiddaglunch. Zo kan het dus ook. Ik golf, maar ik ben niet de hele dag weg van huis. Ik hoef geen 18 (of 19) holes om me goed te voelen, dit lukt me ook met 9 holes. Dus nee, mijn man is géén golfweduwe. En ook geen golfweduwnaar.

Foto credits: Ilena Ingwersen