‘De vraag is niet of je in een crisis komt, maar hoe je eruit komt’
Twee weken thuisquarantaine zitten erop. De ene dag gaat het beter dan de andere. Maar het kwartje is gevallen: ons leven blijkt niet zo maakbaar als we dachten. In plaats daarvan hebben we te maken met onzekerheid, en angst. Hoe gaan we daarmee om? We vroegen het aan psycholoog Saskia Geraerts.
De eerste paar dagen was het nog een leuk tijdverdrijf: je thuisquarantaine goed besteden door onder meer een beetje te chippen in je tuin of te putten in je woonkamer. Maar langzaam maar zeker sluipen de twijfels erin. Want hoe lang duurt het nog? En wat is het vooruitzicht? Herken je dat?
‘Wat je nu ziet, is dat veel mensen niet goed weten hoe ze moeten omgaan met deze onzekerheid. Heel begrijpelijk. Wat ook meespeelt: er wordt getornd aan onze basiswaarden. Ieder mens op deze wereld heeft twee basiswaarden: verbondenheid en autonomie. Verbondenheid, omdat we als mensen afhankelijk zijn van elkaar. Autonomie, omdat we ons leven zelf willen inrichten. Op dit moment is het, fysiek in elk geval, moeilijk om verbonden te zijn. En we kunnen al helemaal niet meer autonoom over ons leven beslissen. Hier in de westerse samenleving zijn we bovendien gewend dat ons leven redelijk stabiel is. Nu zitten we in een situatie waarin we voor een groot deel de touwtjes niet in handen hebben.’
We worden dus onzeker van de onzekerheid.
‘Ja, en dat kan zich op verschillende manieren uiten. De een wordt er wat angstig van, een ander misschien juist apathisch. Wat je jezelf moet afvragen is: als deze crisissituatie voorbij is, hoe wil ik er aan het einde uitkomen? Eigenlijk kun je hier best een goede parallel met golf trekken.’

Saskia Geraerts
Deze crisissituatie vergelijken met golf? Die werelden liggen nogal ver uit elkaar?
‘Ja, maar je moet dat zo zien: elke golfer komt onherroepelijk terecht in ‘crisissituaties’. De vraag is niet of je in een crisis komt, maar hoe je eruit komt. Stel – je hebt een paar slechte slagen en verprutst hole 4. Ben je dan veertien holes lang uit het veld geslagen, of ben je in staat om die slechte hole of slag te laten voor wat het is, en opnieuw te beginnen?’
Hoe kunnen we dat toepassen op de huidige situatie? Veel mensen voelen zich toch machteloos, zijn onzeker over hun werk en inkomen, over hun gezondheid…
‘Dat is ook lastig. Dit gaat om veerkracht. Hoe snel kun je tegenslagen verwerken en terugveren uit de crisis? Elke crisis, zoals deze waar we nu in zitten, beleef je in vier fasen. In de eerste fase zit je nog in de ontkenning: “Ach, het is maar een griepje. Het is niet zo erg, het overkomt mij niet”. Vervolgens kom je in de tweede crisisfase, die van de weerstand: “Dit klopt niet, dit wil ik niet, ik doe niet mee met al die maatregelen”. Daarna kom je in de depressiefase waarin je je teneergeslagen en angstig voelt: “Oh, wat erg allemaal, wat een ellende”. Tot slot heb je de fase van creativiteit en inventiviteit: je realiseert je dat dit is wat het is, en je bedenkt oplossingen en wat je anders gaat doen.’
Herkenbaar, zeker die eerste fasen. Die kunnen we zeker niet skippen?
‘Nee, dit is een natuurlijk proces waar we allemaal echt doorheen moeten. Er is geen short cut. Emoties als boosheid en verdriet hebben ook een functie. Vergelijk het met liefdesverdriet: je moet er doorheen om ruimte te maken voor iets nieuws. Maar helaas gaat dat bij de een langzamer dan bij de ander. Er zijn mensen die halverwege blijven hangen, en mensen die snel dóórgaan. In de sport is dat ook de reden dat de ene sporter de top bereikt en de ander niet. Degenen die boven komen drijven zijn niet per se de mensen met het meeste talent, maar wel de mensen die het veerkrachtigst zijn.’
Maar de meesten van ons zijn geen topsporter. Kunnen we er dan toch wel wat van leren?
‘Natuurlijk. Je kunt de situatie misschien niet veranderen, maar wel je gedrag, en hoe je het interpreteert en erover denkt. Ook hier weer die parallel met golf. Blijf je malen over wat niet goed is gegaan, of kijk je naar nieuwe kansen? Wees daarbij reëel en overvraag jezelf niet. Ik heb handicap 20, mijn man 9. Toch kan ik met hem samen spelen of van hem winnen, op mijn eigen niveau. De vraag is dus: ben je in staat om dingen op je eigen niveau, dus op basis van wat mogelijk is, aan te pakken? Misschien zit je nu thuis en ligt je werk stil. Kun je je werk dan op een andere manier inrichten? Kun je anders gaan denken over je werk, op dit moment? Dat kan betekenen dat je nieuwe plannen gaat bedenken, of dat je eindelijk eens kan beginnen aan klussen waar je nooit tijd voor had. Zelfs als dat betekent dat je die kast eens gaat opruimen of die foto’s kunt inplakken. When life gives you lemons, make lemonade.’
