Waarom vinden we het zo moeilijk om een nederlaag te incasseren? Het is toch maar een spelletje? Nou, zo simpel is het niet. ‘Een wedstrijd verliezen voelt toch ook een beetje als gezichtsverlies.’
Met de competitie en het wedstrijdseizoen in het vooruitzicht vraagt GolfVrouw zich af waarom we (of in elk geval velen van ons) eigenlijk niet zo goed tegen ons verlies kunnen. Waarom vinden we het zo moeilijk om een nederlaag te incasseren? Het is toch maar een spelletje? Nou – zo simpel ligt het niet.
Niet willen verliezen
Neem de jaarlijkse competitie. Voor de meesten van ons draait die vooral om gezelligheid, samen trainen, spelen, en vooral lekker (gratis!) op andere banen spelen. Maar na drie of vier keer spelen eindigt er altijd een team onderaan en degradeert. Ondanks al die gezelligheid doen we er alles aan om niet dat ene team te zijn. We willen dus winnen, of in elk geval niet verliezen.
Rijen dik, echte vrienden
Het is als het liedje van Herman Brood en Henny Vrienten: Als je wint, heb je vrienden – Rijen dik, echte vrienden – Als je wint, nooit meer eenzaam – Zolang je wint.
Zo is het – als je wint, heb je vrienden bij de vleet, bevestigt ook GZ haptotherapeut en psycholoog Fleur van der Eerden-Meijer. ‘Winnen is fijn. Het geeft je een geluksgevoel. Winnen, maar ook verliezen, houdt ons al sinds mensenheugenis bezig. Heel vroeger moest een man vooral winnen vanuit evolutionair oogpunt. Vrouwen wilden immers kinderen van een winnaar, niet van een verliezer. Een winnaar was aantrekkelijker, want die kan voedsel, onderdak en veiligheid geven aan haar en haar kroost.’
Aantrekkingskracht
Tegenwoordig zijn we niet meer overgeleverd aan die oerdrift en kunnen we gelukkig prima zelf voor voedsel, onderdak en veiligheid zorgen, maar volgens Fleur heeft winnen nog steeds een functie. ‘Winnen zorgt voor verbinding, verliezen niet. Kijk maar eens naar hoe een team een overwinning viert, en een team dat net heeft verloren. De winnaars vieren het samen, de verliezers verwerken het in hun eentje.’ En wat volgens Fleur ook nog steeds geldt, is dat we ons meer aangetrokken voelen tot winnaars dan verliezers. ‘Wie succes heeft (en dus wint), geniet meer aanzien en heeft meer aantrekkingskracht dan iemand die dat niet heeft.’

Social media
Het bewijs daarvan zien we dagelijks op social media. Daar delen we natuurlijk niet onze slechte momenten, maar alleen de successen en overwinningen: de mooiste (en gefilterde) foto’s van onszelf, de kinderen, exotische vakanties, gewonnen wedstrijden en diploma-uitreikingen. En al die vrienden die je complimentjes geven, duimpjes omhoog en hartjes – het is heerlijk en verslavend. Over geluksgevoel gesproken.
Toch moeten we óók wat met dat vervelende gevoel dat verliezen ons geeft. Omdat ons leven er gewoonweg niet uitziet zoals we op social media willen doen geloven. Verliezen is onvermijdelijk, dus hoe kun je er het beste mee omgaan?
Gezichtsverlies
Fleur: ‘Vraag jezelf eens af: waarom vind ik het erg dat ik verlies? De meeste mensen zijn onwillekeurig toch bezig met wat de buitenwereld ervan vindt. Verliezen vinden ze daardoor gênant. Ze denken: “wat zullen de mensen wel niet zeggen als ik verlies van iemand met een veel hogere handicap!” Tijdens de wedstrijd kunnen zulke gedachten een loopje met je nemen. Je bent dan meer bezig met wat er gebeurt als je verliest, dan met het spelletje. Wanneer je van jezelf eist dat je altijd moet winnen, dan ligt verkramping op de loer. Alsof je nooit een fout mag maken. Daarmee leg je jezelf onnodige druk op.’
Tussentijdse doelen
Mildheid ten opzichte van jezelf kan er volgens Fleur voor zorgen dat je de druk verlaagt. ‘De focus verleggen van de wedstrijd verliezen naar tussentijdse doelen – dat kan ook helpen. Stel je zelf bijvoorbeeld ten doel dat je voor elke slag je normale routine doet. Of speel echt slag voor slag: elke slag heeft een doel – midden fairway, linkerkant fairway, midden green, opleggen, enzovoorts. Na elke slag en elk doel ga je door naar het volgende doel. Zo blijf je veel beter in het moment en voorkom je dat je nadenkt over de afloop van de wedstrijd.’

Haptotherapie
Behalve met je hoofd, kun je volgens Fleur ook leren om fysiek met verliezen om te gaan. ‘Je kunt leren om het verlies te dragen. Met je hele lijf en niet alleen met je hoofd. Dat is waar ik mensen mee help in mijn praktijk voor haptotherapie. Haptotherapie is een therapeutische behandelvorm die tussen fysiotherapie en psychologie ligt. Als haptonoom leer ik mensen die om uiteenlopende redenen vastlopen in hun leven, om weer in contact te komen met hun lijf en gevoel, en daarmee zichzelf.’
Angst om een fout te maken
Want spanning, verlies – je bent er in je hoofd mee bezig, maar het zit ook in je lijf, stelt Fleur. ‘Als je jezelf druk oplegt, als je bezig bent met wat de buitenwereld over jou denkt, als je bang bent om de bal weg te slaan, een fout te maken of te verliezen – die spanning zit niet alleen in je hoofd, maar je voelt het ook: het kan zich uiten in gespannen schouders, buikpijn, hoofdpijn, lood in de benen. Allemaal lichamelijke ongemakken.’
Vluchten
Angst heeft daarnaast nog een andere functie vanuit de overleving: niet meer nadenken, maar rennen, vluchten. Fleur: ‘Hierdoor maken mensen soms totaal verkeerde clubkeuzes, omdat ze niet meer helder na kunnen denken. Ze doen maar wat.’
Roze olifant
Vervolgens hebben wij volgens Fleur de neiging om deze spanning in ons lijf niet te willen voelen. ‘Maar juist daardoor wordt de spanning groter. Denk maar aan het voorbeeld: denk niet aan de roze olifant. Vervolgens denk je de hele tijd aan de roze olifant. Door dus juist contact te maken met de spanning in je lijf, wordt deze minder en ontstaat er ruimte in je lijf.’
Durf te voelen
We staan dus voor de uitdaging: durven te voelen – in ons lijf – wat verliezen met ons doet. Fleur: ‘Wat voel je precies? Waar voel je het? Waar zit het in je lijf? Tegenslagen zijn onvermijdelijk in het leven. De enige manier om er goed mee om te gaan, is om het te leren dragen. Niet alleen in je hoofd, maar echt in je basis. Dat betekent: leren fouten maken, accepteren dat je fouten maakt, en dat je je, ondanks het ongemak dat je voelt, je toch vrij voelt om te zijn wie je bent.’