Kleren maken de golfvrouw
Misschien was het de nasleep van Thanksgiving Day, want dit weekend realiseerde ik me hoe gelukkig ik me mag prijzen. En dan heb ik het niet over mijn geweldige reis naar Bali, mijn aanstaande verhuizing naar Den Haag of mijn Chanel-collectie. Het ging over iets wezenlijkers, namelijk de vrijheden die we hedentendage als vrouw in het algemeen en als golfvrouw in het bijzonder hebben.
Een paar weken geleden had ik een lezing over de modeontwerper Paul Poiret. Deze lezing hoorde bij de Art Deco tentoonstelling in het Gemeentemuseum in Den Haag (dikke aanrader trouwens, te zien tot 4 maart 2018). Poiret bevrijdde vrouwen rond 1910 uit hun loeistrakke corsetten. Hij ontwierp namelijk kleding waarin vrouwen zich konden bewegen. De vrouwenbeweging was geboren.
Lange rok en strakke blouse
Als golfvrouw in hart en nieren vroeg ik me wel af hoe de vrouw op de golfbaan er vroeger bij liep. Online onderzoek leerde mij dat vrouwen in 1894 gekleed gingen in dikke, lange rokken en blouses die te strak om de armen zaten. Over handicap gesproken. Moet je je voorstellen dat je dan een bal wilt slaan: je blijft bijkans in je eigen rok hangen. En daarna scheur je ook nog uit je blouse!
Ridicuul maar waar: vrouwen werden destijds niet geacht te presteren. Daar waar mannen er al redelijk comfortabel bijliepen, werden vrouwen dus enorm gehinderd door strakke en zware kleding. Het verheugende is dat je de vooruitgang nooit lang kunt tegenhouden. Met dank aan mensen zoals Poiret. Vanaf 1904 mochten de mouwen iets wijder en kwam er een soort rokophijsmechanisme (denk aan een vouwgordijn) waardoor de rok zo’n twintig centimeter omhoog werd gehesen.
Enfin, de rest is geschiedenis en vandaag de dag genieten wij golfvrouwen van een enorm kledingaanbod. Alles kan eigenlijk wel. Behalve dan een dikke, lange rok met een te strakke blouse. Dat dan weer niet.