Drie gouden tips die al je swingproblemen oplossen (bijna, dan)
Dé gouden golftip, de tip die al je swingproblemen oplost, bestaat hij? Het antwoord is weinig verrassend: Nee, helaas. Ploeteren zullen we. Om toch je golfplezier te vergroten (en je golfleed enigszins te verzachten) vroegen we aan drie van de GolfVrouw-experts: wat is nu jóuw gouden tip?

1.
Golfpro Mette Hageman: ’Speel je beste ronde ooit vanuit je luie stoel’
‘Achttien Holes in gedachten spelen is een fantastische oefening in visualiseren. Visualiseren is een mentale kracht die je kunt trainen. Iedereen kan het, vanuit je luie stoel, op welk niveau je ook speelt. Achttien holes visualiseren betekent dat je je hele ronde in gedachten speelt. Je visualiseert alles: van het lopen naar je bal, het uitvoeren van je pre-shotroutine tot en met het slaan van de bal en het terugstoppen van je club in je tas. In je hoofd gebruik je zoveel mogelijk zintuigen: je kijkt naar de bal, naar de vlag, je voelt van welke kant de wind komt, in gedachten voel je die mooie slag. Het doel van visualiseren is dat je, voordat je je bal slaat, in gedachten ziet en voelt hoe je hem wil slaan. Door mooie slagen en balvluchten voor je te zien, slaag je er makkelijker in om deze ook uit te voeren – en dat heb je nodig in de baan. Bewaar bovendien al die mooie slagen in je hoofd, zodat je op elk moment uit je ‘bibliotheek’ kunt putten.
Maak je overigens geen zorgen als het niet (meteen) lukt om alle achttien in gedachten uit te spelen. Deze visualisatie-oefening maakt dat je in een soort meditatieve staat komt. Sommige mensen komen daardoor niet verder dan hole 4 en vallen dan in slaap. En ook dat is prima, want blijkbaar ben je dan ontspannen.’

2.
Golfpro en putting coach Rob Mouwen: ’Kwaliteit is beter dan kwantiteit’
‘Net als Mette heb ook ik een tip waarbij je je hoofd nodig hebt. Er is ooit eens een onderzoek geweest onder twee groepen golfers: de ene groep sloeg ballen op de drivingrange, anderhalf uur lang, achter elkaar. De andere groep sloeg ook ballen, maar veel minder en ook telkens met tussenpozen van tien minuten: vijf minuten ballen slaan, tien minuten pauze. In die pauze oefenden ze ook hun slag, maar dan in gedachten. Wat bleek? In het begin maakte de eerste groep grotere progressie dan de tweede groep, maar dat kantelde na een paar dagen. Uiteindelijk boekte de tweede groep de grootste progressie. Een beweging leren doe je door te ervaren en te herhalen, maar die beweging ontwikkelt zich in principe in je hoofd, als je nadenkt over hoe een beweging eruit moet zien. Dit kan jou enorm helpen om je techniek te ontwikkelen – of dit nu over je lange of je korte spel gaat. Je hoeft dus niet eindeloos in het wilde weg ballen te slaan op de range, of urenlang putts te maken op de oefengreen. Wil je effectief trainen, dan is kwaliteit beter dan kwantiteit.’

3.
Psycholoog Saskia Geraerts: ’Maak geen goede voornemens’
‘Wees voorzichtig met het maken van goede voornemens! Veel mensen zijn geneigd om te wachten tot 1 januari. Voor die datum mag alles nog, na die dag moet alles anders. Het probleem van zo’n ‘deadline’ is echter dat het minder goed is vol te houden. Want waarom moet het vanaf die ene dag? Waarom zou je niet nu beginnen? Vaak gaat het om een verandering in je gedrag: dat doe je niet van de ene op de andere dag. Wat ook vaak een probleem is met goede voornemens: ze zijn niet altijd realistisch. Als je bijvoorbeeld zelden naar de drivingrange gaat en je hebt als goed voornemen om in het nieuwe jaar elke dag te gaan, dan is de kans groot dat je het op langere termijn niet volhoudt. Gevolg daarvan is weer dat je teleurgesteld raakt en dat je je “innerlijke criticus” voedt: zie je wel, ik kan het niet. Blijf dus weg van onrealistische voornemens en maak een gezonde mix van korte- en langetermijndoelen. En vergeet niet om je tussentijdse stapjes te vieren, want zo blijf je gemotiveerd.’
