4 tips voor downhill putts
Ai – een downhill putt op een snelle green: leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker. Tenminste, als je deze vier tips ter harte neemt.
1
Snelheid is heel belangrijk. (Geldt voor alle putts overigens.) Vooral bij downhill putts kan het lastig zijn om in te schatten hoe snel hij gaat rollen. Je wil het liefst dat de bal zo ‘puur’ mogelijk rolt, in plaats van dat hij stuitert of glijdt. Speel de bal daarom iets voor in je stand, zodat je hem raakt tijdens je ‘upstroke’.
2
Behalve snelheid is de lijn cruciaal. Hier laat je de bal immers op rollen, terwijl de zwaartekracht ook z’n werk doet. Kies een punt op zo’n dertig centimeter voor de bal en zie in gedachten de lijn waarover de bal moet rollen. Laat de bal rollen alsof hij op een rail ligt.
3
Een downhill putt wil je in de eerste plaats maken, maar mocht hij doorrollen – dan niet meer dan een halve meter. Die zijn zo goed als zeker te holen (ja toch!), en nog iets positiefs: een uphill putt terug is veel makkelijker.
4
Er zijn spelers die zweren bij stevige putts vol zelfvertrouwen – bam – tegen de achterkant van de hole aan. Of die vinden dat je de bal áltijd voorbij de hole moet putten, “want dan heeft hij een kans gehad”. Je kunt echter ook de snelheid wat temperen. Een ‘zachtere’ putt waarbij de bal net niet naar het hart van de hole rolt, valt dan namelijk óók. En nog een voordeel: als je mist, dan heb je altijd een makkelijke tap-in over.
