Laat mij je ballen eens voelen?
Rond, dik, hard. Tot zover de golfballenkennis van onze columnist Miriam. ‘Laat mij je ballen eens voelen?’
De verkering komt binnen met een emmer vol golfballen die hij in de loop der jaren heeft verzameld. Hij gaat er eens goed voor zitten terwijl hij balletje voor balletje inspecteert en ik hoor hem brommen: ‘Deze wel. Deze ook. Deze niet. Wel. Wel. Rotzooi. Goeie, goeie, goeie, kutbal’. Daar wil ik het mijne van weten. In mijn beleving hoort een golfballetje van een bepaalde afmeting te zijn. Rond en met honinggraatvormige vlakjes. Deze balletjes voldoen in mijn optiek aan alle eisen.
Toen ik twee jaar geleden met golf begon en ik heel vaak samen met hem op de driving range te vinden was gebeurde er elke keer iets raars. Hij kieperde mijn mandje om en viste daar soms een of twee balletjes uit om deze zonder iets te zeggen voldaan in mijn tas te proppen. Ik begreep niet hoe hij in één oogopslag zag dat deze balletjes anders waren dan de rest. Wit. Rond. Honinggraatachtig patroontje. Ik zag het verschil niet. Ik durfde niet te vragen waarom hij deze selectie maakte. Ik hoopte dat er een moment kwam dat ook ik als een ervaren golfster- tjakka – zo het kaf van het koren wist te scheiden.
Tot het moment dat ik af wilde slaan op de T-box en hij verbaasd opmerkte: Huh? Sla jij nou af en met een driving range bal? Pas toen ontdekte ik het verschil. Driving rangeballen hebben dikke dubbele strepen. Vanaf dat moment voelde ik me net een goudzoekster als ik te midden van mijn driving range balletjes een echte bal ontwaarde.
Maar nu zit hij op de bank met een heleboel balletjes die hij één voor één keurt met zijn ogen dicht. ‘Laat mij eens?’ ‘Laat mij je ballen eens voelen? ’vraag ik aan hem. Hij overhandigt mij een tiental balletjes. Ik sluit mijn ogen en voel. Deze voelt rond en hard en dik in orde. De volgende bal voelt ook rond en hard en dik in orde. Deze voelt anders. Denk ik. Lichter? Zwaarder? Ik leg de bal apart. Zo werk ik al de balletjes af. Als ik klaar ben kijk ik hem hoopvol aan. Alsof ik een bijzondere test heb afgelegd. Een test waaruit blijkt hoeveel vooruitgang ik al heb geboekt de afgelopen maanden. Stomverbaasd kijkt hij naar mijn blijkbaar buitengewone selectie. ‘Alle kutballen heb jij goedgekeurd. Alle goede ballen keurde jij af’.
Als hij mijn teleurstelling afleest van mijn gezicht zegt hij ter geruststelling: ‘Mir? Wees trots op jezelf dat je wel voelt welke bal kapot en versleten is en welke niet’. En daar, daar kan ik het voorlopig mee doen.
