Wat trek je aan naar werk als het buiten warm is? Kun je in golfkleding naar je werk gaan? Hoe bepaal je wat gepast is, en wat niet?
Zakelijke kledingvoorschriften verschillen per bedrijf. Het ene kantoor is zakelijker dan het andere. Bij het ene bedrijf is het credo ‘als het in de winter niet kan, dan kan het in de zomer ook niet’, en bij het andere bedrijf kijkt niemand op als je in korte broek verschijnt. Maar hoe weet je wat passend is, en wat niet?
Vijf tips:
- Een goed begin is het halve werk: bedenk wat je wil uitstralen. Je hebt per slot van rekening maar een kans om een eerste indruk te maken. En dat gebeurt voor een groot deel non-verbaal. Kledingstijl hoort bij de categorie non-verbaal.
- Een andere goede vraag aan je zelf is: kan ik in deze kleren mijn baas onder ogen komen? Kleding moet ervoor zorgen dat je beter tot je recht komt, niet dat je per se opvalt. Draag dus kleding die bij je lichaam en figuur passen, en waar je je prettig in voelt.
- Hoe bedekter, hoe professioneler. Blote benen, blote tenen, een laag décolleté, het leidt eigenlijk allemaal af. Niet doen dus.
- Slippers zijn een no go! Sandalen eigenlijk ook. Een peep-toe met keurig gelakte nagels, dat kan dan weer wel.
- Tot slot is persoonlijke verzorging echt iets om niet te vergeten. Onverzorgde handen, vette haren, vieze kleding, zichtbaar lichaamshaar of zweetlucht: die zijn eigenlijk nog erger dan de slippers.