Multitasken? Dat bestaat niet
Vrouwen zijn goed in multitasken. Toch? Nee – dat klopt niet. Geen enkel mens is in staat om te multitasken.
Eerst maar even een goede definitie van multitasken. Multitasken is feitelijk twee of meer informatieverwerkende processen tegelijkertijd uitvoeren. Dus twee of meer taken tegelijk uitvoeren die niets met elkaar te maken hebben en elkaar niet beïnvloeden.
Putje holen en kletsen
Sommige computers kunnen dat. Maar er zijn geen mensen die dat kunnen. We hebben namelijk maar één brein, dat simpelweg niet meer dan één informatieverwerkend proces tegelijk aankan. Wie praat over multitasken, heeft het eigenlijk over ‘task switching’: van de ene taak naar de andere taak schakelen. Dat is wat we vaak doen: een mailtje sturen en met iemand bellen. Appen en een gesprek voeren op hetzelfde moment. Een puttje holen en intussen kletsen met je medespeelster.
Het lijkt of we het tegelijkertijd doen, maar eigenlijk schakelen we tussen de ene activiteit en de andere. Dat schakelen kan heel snel gaan.
Multitasken of schakelen?
Multitasken bestaat dus niet. En de bewering dat vrouwen beter kunnen multitasken dan mannen, is daarom bij dezen ontkracht. Zijn vrouwen dan wel beter in task switching dan mannen? Ook dat is – helaas – een mythe. Vaak wordt het voorbeeld aangehaald van het klassieke huishouden, waarin alles op rolletjes loopt zolang Mama alles regelt, en waarin alles in het honderd loopt als Papa het moet doen.
Er zit soms een kern van waarheid in, want in het merendeel van de huishouders is het vooral de vrouw die zich, veel meer dan de man, bezig houdt met het huishouden, kinderen naar school, zwemles, ballet, voetbal, judo, hockey, tennis, bijles en dergelijke brengen. Neemt daar de papa een keer die taken over, dan gaat er vaak (of in elk geval in de ogen van de vrouw) van alles mis: kinderen te laat, gymspullen kwijt, brooddoos vergeten, rommel in huis. Toch heeft dit alles alleen maar te maken met routine. Als je het maar vaak genoeg doet, dan wordt het een routineklusje en hoef je er niet veel bij na te denken. Degene die het het vaakst doet, wordt er dus ook het handigste in.
Maar ook al doe je sommige taken vaak en heb je er routine in, dan nog kan dat snelle schakelen lastig zijn. Een appje beantwoorden in de verkeerde groep, een reply to all mail met daarin een niet zo handige opmerking…heen en weer schakelen tussen diverse activiteiten kost nou eenmaal tijd, aandacht en energie en het gaat niet altijd goed. Al die aandacht en energie kun je dus eigenlijk maar beter in een ding tegelijk kunt stoppen.
Leer je te concentreren
Stel dat je voortaan, bij elke taak die je doet, al je aandacht en energie daarin steekt. Wil je namelijk iets echt goed doen, of ergens goed in worden, dan moet je je daarop leren concentreren. Die concentratie heb je nodig om in een flow te komen – een opperste staat van concentratie, waarin je helemaal opgaat in wat je aan het doen bent, in het nu, en waarin je niet wordt afgeleid door je omgeving, je telefoon, social media. En dat heeft weer een positief effect op je presteren. De meest excellente prestaties, zoals in topsport, gebeuren namelijk altijd als je in een flow zit. Focus dus op een taak tegelijk. Telefoon uit, mail uit, en hup – gaan.
