Het is Masters weekend! Een Major vol tradities, wat het toernooi iets magisch geeft. De magie blijft, maar het is stil. Heel stil.
Bij The Masters zie je topgolf van de allergrootsten op deze aarde, maar de aantrekkingskracht zit ‘m vooral in de tradities en historie rondom het toernooi en de golfbaan Augusta. Het geeft het toernooi iets magisch. Zoals de oud-kampioenen/levende legendes die het bal openen – zie Jack Nicklaus en Gary Player. Het groene jasje voor de winnaar of het champions dinner van en voor de titelverdediger. De par-3 contest. De witte caddie-overalls. De aanstekelijke Masters tune. De spanning bij Amen Corner. De bloeiende magnolia’s, kornoeljes, azalea’s en rododendrons van Augusta. (Wist je trouwens dat elke hole van Augusta de naam draagt van een bloem?)
Al is het in dit Coronajaar allemaal net even anders. Geen voorjaarszon die we gewend zijn te zien begin april, geen bloeiende magnolia’s, dogwoods en felgekleurde bloemen, maar een kleurlozer Augusta in de herfst. En, het meest opvallende: geen publiek. Pardon, patrons.
The Masters 2020 is stil en leeg. De Masters 2020 is Coronaproof, met als gevolg dat het nu iets weg heeft van een clubkampioenschap, maar dan met betere spelers. Augusta ziet er verlaten uit en moet het doen zonder energie van de patrons die, zoals de traditie voorschrijft, niet rennend en duwend een plek proberen te bemachtigen om een glimp van de spelers op te vangen, maar die zich wel keurig rijendik langs de fairways opstellen en van zich laten horen. Dit jaar geen ooh’s, aah’s en oeh’s bij Amen Corner. Geen roars zoals ze alleen op Augusta klinken.
Augusta zonder patrons heeft iets rustgevends, maar het is vooral griezelig. De stilte en leegte zijn bijna onheilspellend. In plaats daarvan hoor je geluiden die je normaalgesproken nooit hoort. Je mist het geruis en geroezemoes van de mensenmassa’s, je hebt het ongemakkelijke gevoel dat het allemaal niet klopt. Wat natuurlijk ook zo is.
Zou het voor de pro’s zelf ook ongemakkelijk aanvoelen? Wie het tot dit veld heeft geschopt en hier mag spelen, moet zich normaal gesproken laven aan die aandacht, aan de roars, het applaus, de priemende ogen en kritische blikken. Dus ja, die stilte en leegte om hen heen op Augusta is even wennen. Al is het maar omdat patrons langs de fairways normaal gesproken ook fungeren als natuurlijk vangnet. Zonder hen blijken sommige afzwaaiers warempel lost – voor ons tv-kijkers is het een feest van herkenning.
Hoe ongemakkelijk zo’n stille en lege Masters ook aanvoelt – voor de ‘vrouwen van’ heeft deze Masters een gouden randje. Voor de eerste keer in de 86-jarige geschiedenis van dit toernooi kunnen zij op Augusta het spel van hun man/vriend/partner slag voor slag van dichtbij aanschouwen, in plaats van op een afstand, turend tussen de hoofden van het publiek dat rijendik staat opgesteld. Voor het eerst. Laten we hopen ook voor ’t laatst.