Mijn vrouw houdt van kledingkopen, heel veel en heel vaak. Soms ga ik mee. Uit praktische overwegingen wacht ik dan buiten, op zo’n tot bankje gepromoveerde plantenbak met peuken er omheen. Om mij heen staan alle buitgemaakte tassen van vandaag. Af en toe komt er één bij van een andere winkel. Deze keer mag ik blijven zitten. Het komt ook voor dat ik de hele oogst moet verplaatsen naar een andere plantenbak. Dat maakt me niks uit. Zelfs niet als we daarna weer naar de eerste winkel moeten. We zijn een goed ingespeeld team.
Jumbo
Als we bij de winkels klaar zijn gaan we naar de Jumbo voor de wekelijkse boodschappen. Ik bestuur schuifelend de volle wagen door de paden terwijl zij het hele lijstje erin propt. Het duurt soms wel anderhalf uur. Ik heb ongevraagd een pak mini-magnums op de grote stapel boodschappen gelegd, in de verte hoor ik haar roepen dat het goed is. Ze hield me dus in de gaten, bedenk ik me. Het stond niet op het lijstje, maar oké. Soms fluit ze als ik moet komen, dan moet ik de lege flessen retouren, omdat ik dat vaak vergeet. Traag duw ik alles langs de kassa en kort daarna zet ik het hele boeltje stuk voor stuk keurig in de auto. Zij betaalt en ik doe de spaarzegels. We hebben het goed. Zo kruipt mijn zaterdag voorbij.
“Hop, hop, naar boven.”
Vanavond komen haar vriendinnen langs, het is lady’s night, moet kunnen eens per maand. Deze keer iets met ondeugend erotisch speelgoed. Ik mag daar niet bij zijn. De instructie is dat ik naar boven moet zodra de deurbel gaat. Kort na m’n lievelingstoetje gaat de bel al. “Hop, hop, naar boven.” Op sokken ren ik naar boven. Ik zie nog net hoe twee silhouetten nerveus wachten voor de deur. De rest van de avond verblijf ik in een te koude kamer. Beneden hoor ik gegil en hysterisch gelach. Met een beker koffie en een mini-magnum lig ik op het logeerbed en kijk tussen het klamme wasgoed door naar de TV. Ik kijk niet, ik staar naar het scherm. Murw gebeukt. De onderwerpen interesseren me niet. Opeens wordt het programma onderbroken door de reclame voor Jumbo, de supermarktketen. In de minuut dat de commercial duurt zet acteur Frank Lammers de man anno 2017 neer als een hersenloze sukkel die door z’n éigen vrouw als een wandelende poepbroek wordt behandeld. Hij kan niet eens met bestek eten en zèlfs z’n kinderen vinden ‘m een zielige slappeling. Deze getrouwde Jumbo-vader wordt afgeschilderd als een grote imbeciele niksnut van midden veertig. Ik kijk, spring op en schreeuw “belachelijk.! complete onzin.! hoe bedenken ze zoiets.! hier klopt geen reet van.!” Stampvoetend ren ik de trap af naar beneden., maar halverwege staat mijn vrouw met grote ogen en haar vinger priemend naar boven gericht. “Ga jij ‘ns héél snel terug naar je kamertje,..nú!!”