Een bogey is (vaak) best wel oké
Het onderste uit de kan halen, het onmogelijke mogelijk maken? Tuurlijk. Maar soms moet je reëel zijn. En dan blijkt een bogey eigenlijk best wel oké.
5 Tips om het beste uit jezelf én de situatie (welke dan ook) te halen.
Na een week Masters op tv bekruipt je al snel zo’n dat-wil-ik-ook-gevoel. En waarom zou je niet van het doorgaans onmogelijke mogen dromen? The sky is the limit, alles is mogelijk, als je maar in jezelf gelooft.
Maar – sorry voor deze calvinistische onderbreking – moet je soms reëel zijn. Dat zijn die jongens op die felgroene biljartlakens namelijk ook. Gemakshalve vergeten we wel eens dat we ons spiegelen aan de beste golfers ter wereld die de beste week van hun leven hebben. Bovendien: het beste resultaat is niet de laagste score. Het is de laagst mogelijke score. Dat geldt voor de allerbesten van de wereld, maar net zo goed voor ons. Golf is een sport waarin je zoveel mogelijk goede ballen slaat, maar vooral de schade zoveel mogelijk beperkt.
Vijf strategietips om het beste uit jezelf én de situatie (welke dan ook) te halen.
1. Zorg dat je zoveel mogelijk opties hebt. Hoe meer keuze, hoe groter de kans dat je tot de beste oplossing komt in elke specifieke situatie. Een voorbeeld: speel negen holes aanvallend, waarbij je op elke hole zo ver mogelijk probeert te driven en voor elke vlag gaat. Dat is namelijk wat je op tv ziet. Dat kán goed uitpakken, maar je weet waarschijnlijk ook dat dat lang niet altijd het geval is. Probeer daarom ook eens negen holes behoudend te spelen: een houten-3 vanaf de tee, de tweede slag plaats je kort voor de green, met makkelijke toegang tot de vlag. Bedenk na afloop welke strategie voor jou het beste werkt. En zelfs als de aanvallende strategie jouw ding is, kan het echt geen kwaad om de behoudende regelmatig te oefenen. Voor het geval je die een keer nodig hebt. Meer opties, meer keuze, op wat voor baan je ook speelt.
2. Maak onderscheid tussen een goede of slechte bal, en een goede of slechte keuze. Met welke club sla je af? Ga je voor de green of blijf je voor het water? Wat is de beste plek om te landen? Een goede keuze maken is minstens zo belangrijk als een technisch goede swing uitvoeren.
3. Speel een oefenronde met alleen je ijzers. Zo kom je uit je ‘vaste patroon’, en leer je om te gaan met ballen op onverwachte plekken. Oftewel: dit is oefenen op zoveel mogelijk andere opties, die je in de toekomst een keer nodig zult hebben.
4. Altijd maar rechtdoor klinkt goed, maar eigenlijk moet je denken in diagonalen: Een baan is (meestal) niet aangelegd om alleen maar rechte ballen midden fairway op te slaan. Bepaal op elke hole wat de beste plek is om te liggen, zodat je een goede ligging hebt met de gunstigste toegang tot de green: meestal is dat niet precies in het midden, maar net links van het midden, of juist aan de rechterkant.
5. Soms is een bogey het best mogelijke resultaat. Als dat tenminste betekent dat je de double bogeys of erger van je kaart houdt. Oefen daarom op het maken van ‘makkelijke’ bogeys, door je tweede slag kort voor de green te laten landen, op de gunstigste plek met vrij toegang tot de vlag. En oefen vervolgens op het maken van een ‘easy’ chip-tweeputt, zodat je in het slechtste geval een bogey noteert.